Sashiko is een borduurtechniek die is ontstaan is in Japan. Destijds ontstaan uit noodzaak om de kleding te verstevigen en te herstellen. In het oude Japan werd de Indigo kleurige kleding alleen gedragen door boeren en arme burgers. Omdat katoen kostbaar was in die tijd, was het weggooien van kleding ongebruikelijk en werd daarom op deze manier gerepareerd, verstevigd en verfraaid.
De steek is een eenvoudige steek, n.l. de rijgsteek. Maar door de mooie patronen en variaties ontstaat er een mooi stukje textiel. In een eerdere blog heb ik al geschreven hoe ik zelf met deze techniek aan de slag ben gegaan. Het is een manier om duurzaam om te gaan met bestaande kleding en andere textiele voorwerpen.
Wat heb je nodig voor Sashiko?
Eigenlijk is het een techniek waarbij je weinig nodig hebt. Zelf gebruik ik graag de oorspronkelijke naalden en garen van Japanse merken. Daarnaast kun je veel patronen terugvinden op mijn Pinterest. Begin niet te ingewikkeld start gewoon met kleine proeflapjes. Deze lapjes kun altijd gebruiken wanneer je kleding of ander textiel voorwerp wil herstellen of verfraaien.
De Sashiko Naalden
Je hebt verschillende merken om uit te kiezen, Sashiko naalden zijn gemiddeld langer dan andere naalden. Waardoor het rijgen veel makkelijker gaat. De scherpe punt maakt het mogelijk om met wat dikkere stof te werken. Zelf gebruik ik het liefst de naalden van Clover en Tulip
Het Sashikogaren
Sashiko garen is altijd van katoen en oorspronkelijk wit van kleur. Tegenwoordig zijn er veel kleuren beschikbaar. In de workshop envelop die je in mijn shop kan kopen bevat gebroken wit en gemêleerd blauw van het Japanse merk Olympus. Je kan ook andere garen gebruiken zoals cotton perle van DMC, gewoon DMC borduurgaren, of dun katoenen haakgaren.
Patronen overbrengen
Wanneer je een patroon hebt gevonden dan is het goed om deze op de stof over te nemen. Er zijn verschillende manieren om dit voor elkaar te krijgen. Ik werk voornamelijk op donkerblauwe stoffen en dan gebruik ik een van de volgende twee technieken.
- Ik teken het patroon over overtrek- of bakpapier met de Prym transferstift. Het patroon verdwijnt wanneer je het borduurwerk wast.
- Ik teken een raster met een Pilot friXion Pen met lichte inkt en een liniaal op de stof. Ik gebruik het raster als leidraad om het patroon netjes te kunnen borduren. Het raster verdwijnt na het borduren door het werk te strijken.
Er zijn nog ander manieren om patronen over te brengen maar deze twee vind ik het makkelijkste.
Om het makkelijk te maken heb ik een workshop in envelop samengesteld daarmee kun je meteen beginnen. Alles wat je nodig heb om deze techniek uit te proberen.